Nationaal Register Mobiel Erfgoed

GVBA M23 - metro



REGISTER
Registernummer2.000.0857
INLEIDING
 
 Metrostel van de eerste generatie in de laatste uitmonstering. Foto via Wikimedia Commons
ObjectaanduidingGVBA M23 - metro
Categorie/klasseLokale tram
Soort objectElektrisch stel
TypeBo'Bo'Bo'e - M2

M5 - M37
Bouwjaar1977
Ontwerper(s)Linke Hofmann Busch LHB / Wim Rietveld
Producent(en)Linke Hofmann Busch LHB
Salzgitter
Duitsland
Gebruiker(s)Gemeente Vervoerbedrijf, Amsterdam GVBA
Periode gebruik1977 - 2015
Regio gebruikGemeente Amsterdam
Opmerkingen inleidingHet metrostel is hier ingedeeld bij de 'lokale trams'. Voor een beter passende categorie ('lightrail') wordt binnenkort gezorgd.
BESCHRIJVING
FunctiePersonenvervoer. Snel vervoer van reizigers binnen de uitdijende gemeente Amsterdam.
BouwwijzeStaal, interieur deels kunststof.
VormUiterlijke kenmerken: Vierkant, zilverkleurig (zg. pauweogen') met opvallende kopvorm en oranje deuren.
In de jaren 1990 aangepast aan de nieuwe huisstijl van het GVB met blauwe deuren en bovenaan belijning met GVB-logo.

Elektrische aandrijving via 3e rail. Voeding 750 V DC.Acht-assig.

Vast gekoppeld tweerichting-metrovoertuig met hoge vloer.
GESCHIEDENIS
Geschiedenis
[Samenvatting:] In de jaren 1950 en 1960 wordt de stad Amsterdam enorm uitgebreid en de stadsdelen komen steeds verder uit elkaar te liggen. Een metronet lijkt de meest voor de hand liggende oplossing voor met name het woon-werkverkeer. In 1968 neemt de Gemeenteraad het 'Plan Stadsspoor', waarin alle wijken door een metro met elkaar worden verbonden.

Begonnen werd met de zogenaamde 'Oostlijn', van het Centraal Station naar de nieuwe stadswijk 'Bijlmermeer', waarvoor in 1966 de eerste paal werd geslagen. In de Bijlmermeer was de metro bovengronds gepland, maar in de binnenstad kwam de lijn ondergronds te liggen, onder andere onder het Waterlooplein en de Nieuwmarktbuurt door. Daar moest voor de metro grootschalige sloop plaatsvinden in buurten die in de oorlog toch al zwaar geteisterd waren. Een nieuw plan voor de wederopbouw van de Nieuwmarktbuurt paste, evenals die voor de Bijlmer, in de moderne stedenbouwkundige ideeën van na de oorlog, met cityvorming als belangrijke exponent.

De jaren 1960 echter leidden tot nieuwe inzichten op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en volkshuisvesting. Linkse jongeren, waaronder veel studenten van de 'generatie 1968', kraakten de leegstaande woningen en verzetten zich tegen de verdere sloop van de buurt, maar ook tegen de aanleg van de metro zelf, met de beruchte Nieuwmarktrellen tot gevolg. Zo vond de beginperiode van de Amsterdamse metro-aanleg plaats in de roerige maatschappelijke context van de jaren 1970. Ondertussen ging de bouw van de metro buiten de Nieuwmarktbuurt gestaag door en werden in 1973 al de eerste metrostellen besteld. Het eerste deel van de Oostlijn (van de Bijlmer tot het Weesperplein) werd in oktober 1977 in gebruik genomen, het laatste stuk naar het Centraal Station in 1980.

Hoewel de verbinding met het nieuwe stadsdeel dus uiteindelijk tot stand kwam en bewoners van de Bijlmer in twintig minuten naar het centrum reden, was in tien jaar de stemming rond de metro in de Amsterdamse politiek volkomen omgeslagen. Daarbij kwam dat de Oostlijn tot enorme kostenoverschrijdingen had geleid, waarmee ook in 'Den Haag' het begrip 'metro' voorlopig taboe werd.

Maar het kan snel weer verkeren. In de jaren 1990 worden de plannen voor de Noord-Zuidlijn ontwikkeld en er bestond geen twijfel over dat dit weer een (deels) ondergrondse metrolijn zou worden. De genoemde Nood-Zuidlijn is inmiddels geopend en het zal daarbij niet blijven. Ondanks een paar moeilijke decennia blijft in een steeds verdere uitdijend stedelijk systeem een metro, al dan niet geïntegreerd een groter regionaal geheel, de oplossing voor de nog altijd toenemende reizigersstromen.

Erfgoed
Intussen is de eerste generatie metrostellen, de Zilvermeeuwen 'waar het in Amsterdam allemaal mee begon', buiten dienst gesteld. Eén exemplaar werd als erfgoed voor het nageslacht behouden. De stichting Beheer Collectie Amsterdam Vervoer Museum (SBCAVM) verwierf van het GVB in 2017 dit laatst overgebleven exemplaar van deze serie.

Lees volledige tekst
ILLUSTRATIES
Additioneel beeld 1
Metro in het 'nieuwe en revolutionaire stadsdeel Bijlmermeer'. Foto via Wikimedia Commons
Additioneel beeld 2
Protest bij de opening. Foto via Wikimedia Commons
MEER INFORMATIE
Informatie bij/viahttps://nl.wikipedia.org/wiki/Amsterdamse_metro

https://nl.wikipedia.org/wiki/Metromaterieel_M1/M2/M3

https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwmarktrellen
HUIDIGE EIGENDOM
Soort eigendomMuseaal
Naam organisatieStichting Beheer Collectie Amsterdam Vervoer Museum
WAARDESTELLING
Cultuurhistorische waarde
StatusA
MotivatieA1: Het object representeert een belangrijke ontwikkeling in de geschiedenis van het Nederlandse railvervoer. In dit geval gaat het om de planning en ontwikkeling van het Amsterdamse metronet, in het bijzonder de Oostlijn met twee takken naar het destijds nieuwe en revolutionaire stadsdeel Bijlmermeer.
De aanleg van de Amsterdamse metro verliep, anders dan de Rotterdamse tien jaar eerder, in een geheel andere maatschappelijke en politieke context. Het object representeert tevens de roerige maatschappelijke context van de jaren 1970 (volkshuisvestelijk, stedenbouwkundig, politiek …) die de beginperiode van de Amsterdamse metro-aanleg, met name de Oostlijn door de Nieuwmarktbuurt, kenmerkte.

A2: Het object representeert een beeldbepalende serie in de geschiedenis van het Nederlandse railvervoer (bijnaam van deze serie: Zilvermeeuw). De veelvuldige media-aandacht voor de ‘roerige beginperiode’ van de Amsterdamse metro ging gepaard met het zeer frequent en landelijk tonen van beelden van deze en dergelijke metrostellen in kranten, tijdschriften en op TV.

A3: Het object representeert een belangrijke ontwikkeling in de geschiedenis van de Nederlandse railvervoermiddelen-industrie. Hoewel in hoofdlijnen een Duits ontwerp, is voor de kenmerkende en zeer typerende kop van het stel Wim Rietveld verantwoordelijk, zoon van Gerrit Rietveld en destijds een vooraanstaand industrieel ontwerper. Onder andere in dienst van Werkspoor ontwierp hij menig vervoermiddel in die tijd.
Het metrostel behoort tot de eerste (en tot ver in de jaren 1990 enige) serie, die voor de Amsterdamse Oostlijn werd besteld en is het enige bewaard gebleven exemplaar. Daarmee is metrostel M23 de unieke representant van genoemde ontwikkelingen.
Waardering doorBeoordelingscommissie Nationaal Register Railmonumenten
Authenticiteit
MotivatieDe informatie over dit object is afkomstig uit het Nationaal Register Railmonumenten. Binnen dit register wordt (nog) niet structureel op authenticiteit beoordeeld.
Waardering doorBeoordelingscommissie Nationaal Register Railmonumenten
MCN - CIME
Sluiten en terug naar zoekresultaten NRME Home Mobiele Collectie Nederland