Nationaal Register Mobiel Erfgoed

Crossley_SD_42/2_-_Aviolanda_WSM_2007



REGISTER
Registernummer3.507.001
INLEIDING
 
 Foto: Frank van den Boogert
ObjectaanduidingCrossley SD 42/2 - Aviolanda WSM 2007
Categorie/klasseAutobussen
Soort objectDieselbus
TypeStreekbus

Serie

1918-2117

Merk

Crossley

Model

Crossley SD42/2

Uitvoering (1)

Aviolanda

Bouwjaar1948
Ontwerper(s)Chassis: Crossley
Carrosserie: Verheul
Producent(en)Chassis: Crossley (Manchester, Groot-Brittannië)
Carrosserie: Aviolanda (Papendrecht)
Gebruiker(s)Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij (WSM), Den Haag/Loosduinen

Periode gebruik

van 1948 tot en met 1961

Regio gebruikWestland
NB: het type bus is in vrijwel het gehele land in gebruikt geweest, bij de dochterbedrijven van de NS.
Opmerkingen inleidingKenteken: NB-49-05, provinciaal nummer: H-76478
BESCHRIJVING
FunctiePersonenvervoer (streekvervoer)
TechniekMotor: 6-cylinder dieselmotor
Versnellingsbak: handgeschakeld (vijf versnellingen)
Remsysteem: luchtdruk
Capaciteit: 42 zit- en 18 staanplaatsen
BouwwijzeStalen chassis met aparte carrosserie, bestaande uit een lichtmetalen framewerk met geschroefde en geklonken lichtmetalen en aluminium beplating.
VormLicht gestroomlijnde frontstuurbus, met afgescheiden bestuurderscabine en een dubbele, luchtbediende in-/uitstapdeur in het midden.
Zitplaatsen op twee rijen dubbele dwarsbanken (boven de achteras in dos-à;-dos opstelling), met een vijfpersoonsbank tegen het separatieschot van de cabine. Voorts een klapstoeltje voor conducteur/conductrice bij de middendeur en een extra zitplaats aan de rechterzijde naast de motor.
In latere periode verbouwd tot eenmanswagen. Daartoe uitgerust met separate instapdeur, uitgevoerd als schuifdeur direct achter rechtervoorwiel, waarbij een opening is aangebracht in het midden van het separatieschot achter de chauffeur (voor kaartverkoop door chauffeur) en waarbij de uitstapdeur in het midden werd geblokkeerd.
Kleuren (volgens de toenmalige huisstijl van de zgn. "dochterbedrijven" van de NS): olijfgroene onderzijde en raampartij, met crème dak; donkergroene band met daarin de volledige bedrijfsnaam. Letters "N.S." op de dakronding.
In latere periode voorzien van WSM-kleurstelling: wit dak, donkerblauwe band met bedrijfsnaam onder de raampartij en lichtblauwe onderzijde.
GESCHIEDENIS
Geschiedenis
[Samenvatting:] Na de Tweede Wereldoorlog kwam een groot aantal bussen van het Engelse merk Crossley in dienst. Zowel trekker/oplegger-bussen, als gewone autobussen (in een langere en een kortere variant). De Crossleys deden bij vrijwel alle streekvervoerbedrijven (NS-dochters) dienst en waren daarmee sterk beeldbepalend. Sommige exemplaren hielden het tot medio jaren zestig vol.

"Korte Crossley" 2007, die door Aviolanda in Papendrecht was voorzien van een aluminium carrosserie, deed dienst bij de WSM. Begin jaren zestig volgde buitendienststelling. In tegenstelling tot vrijwel alle Crossleys viel 2007 niet aan de slopershamer ten offer. In 1986 werd de bus herontdekt in zijn hoedanigheid als vakantiehuisje bij vliegveld Teuge te Apeldoorn. Drie jaar later volgde repatriëring naar Amsterdam, waar de bus deel ging uitmaken van de collectie van MUSA. In 2011 ging de bus over naar de collectie van het Haags Bus Museum (HBM), waar restauratie zal volgen.


Lees volledige tekst
ILLUSTRATIES
Additioneel beeld 1
Foto: collectie Fred van der Spek
Additioneel beeld 2
Foto: collectie Fred van der Spek
MEER INFORMATIE
Informatie bij/viaHaags Bus Museum
Bronnen* M. Wallast: Autobussen in Nederland (Rijswijk, 1987)
* M. Eyre, C. Heaps, A. Townsin: Crossley (Oxford Publishing Company / Ian Allan, GB, 2002)
* De Nederlandse streekvervoerbedrijven met hun tramwegen en autobusdiensten alsmede hun toerwagenbedrijven (Amsterdam, 1956
* J. Voerman:
- Het autobusmaterieel van de Ned. Spoorwegen (in tijdschrift Streek- en stadsvervoer 1950, pag. 17 en 49 en 1954, pag. 26)
- Vijf en zeventig jaar W.S.M. (in tijdschrift Streek- en stadsvervoer 1955, pag. 22)
* Autobus Dokumentatie Vereniging: De Autobussen van het NS-concern genummerd boven 1000 (speciale uitgave van het tijdschrift "Autobuskroniek", 1963/1969)
Externe linkswww.haagsbusmuseum.com
HUIDIGE EIGENDOM
Soort eigendomBehoudsorganisatie
Naam organisatieStichting Haags Bus Museum (HBM)
WAARDESTELLING
Cultuurhistorische waarde
StatusA
MotivatieCulturele biografie

Historische context
Aan het einde van de tweede wereldoorlog bestond een groot gebrek aan vervoermiddelen, zowel bij de spoorwegen als bij de busbedrijven. Daarbij was het probleem van de vele beschadigde of vernielde bruggen bij de spoorwegen groter dan bij het wegverkeer: een bus kan makkelijker op een noodvoorziening aansluiten of een hindernis omzeilen dan een trein dat kan doen. De spoorwegen, die tevens het moederbedrijf waren van vele streekbusbedrijven, zagen dat snel in en besloten te trachten in het buitenland een grote order voor bussen te plaatsen, zowel voor hun eigen behoefte als voor de dochterbedrijven.
Dit resulteerde in een levering door Crossley in Manchester, al vanaf 1946/47, van:
* 250 Trekkers (eigenlijk ingekorte buschassis met een opvallend lange neus) voor 240 door DAF te fabriceren opleggers die door verschillende Nederlandse fabrieken van een grote carrosserie werden voorzien. De combinaties met een totale vervoerscapaciteit van ca. 80 passagiers waren bestemd om de drukkere spoorverbindingen te vervangen. In het voorjaar van 1949 gaf de Rijksverkeersinspectie aan NS de wens te kennen om de opleggerbussen uit de lijndienst te halen. De bussen werden vaak ver boven het maximum aantal passagiers beladen, wat voor een trekker-opleggercombinatie tot gevaarlijke situaties kon leiden. Vanwege het geleidelijk vervallen van de treinvervangende busdiensten was dit mogelijk en in 1951 was het met de opleggers grotendeels gedaan.
* 925 'Normale' bus chassis. Eerst 500, waarop door verschillende Nederlandse fabrieken een carrosserie met een lengte van 10,8 meter werd gebouwd. Deze wagens, de 'grote Crossley's' met 46 zitplaatsen, waren bestemd voor de minder drukke spoorverbindingen. Vervolgens, ten behoeve van het streekvervoer, nog 425 chassis voor de zgn. 'kleine Crossley's met een lengte van 10 meter en een capaciteit van 42 zitplaatsen, waarvan 150 voorzien van een Engelse carrosserie, en de overige in Nederland opgebouwd. Het verschil tussen beide types kwam duidelijk tot uiting in de vormgeving van vooral de frontpartij.
Enerzijds kostte het bestellen en bouwen van het materieel meer tijd dan gedacht en anderzijds verliep het herstel van het spoorwegnet sneller dan was voorzien. Daarmee ging de inzet van de bussen anders dan eerst was aangenomen. Opleggers en grote Crossley's -die in de oorspronkelijke opzet bedoeld waren voor het NS-vervoer (vervangende treindiensten)- werden ook ingezet in het streekvervoer. Maar de regering moest aandrang uitoefenen op NS om de overtollige bussen ter beschikking te stellen aan de niet-dochterondernemingen in het streekvervoer. De concurrentie-gedachte was sterker dan het streven naar opbouw. Omdat zowel de spoorwegen als diverse streekvervoerbedrijven ze gebruikten hebben ze in een zeer groot deel van Nederland dienstgedaan.

Naast deze bestelling van 1175 Crossley's door de spoorwegen bestelde de regering, bijna gelijktijdig 500 Ford trambussen, die voornamelijk voor de steden waren bedoeld. Individuele bedrijven konden daarnaast, zij het met vergunning van het Rijk en op bescheiden schaal, zelf materieel inkopen (bijvoorbeeld bij Saurer of Chausson). Het gevolg was dat in een paar jaar tijd zo'n 2000 bussen werden geleverd. Doordat bussen ongeveer 15 jaar meegaan betekende dit dat met intervallen van zo'n 15 jaar steeds grote aantallen bussen nodig waren, en dat daartussen de vraag grotendeels wegviel. De daarmee gepaard gaande wisselende behoefte aan werkkrachten en aan kapitaal heeft bij de busindustrie voor grote problemen gezorgd. De golfbeweging in de bestellingen heeft zich wel gedurende zo'n 50 jaar doen gevoelen.

Type
De Crossley's waren van een conventioneel ontwerp, al had de bus geen motorneus meer. De bestuurder bevond zich in een separaat compartiment waar ook de (afgedekte) motor stond. Dit hield luchtjes en lawaai uit de reizigersruimte en bood gelegenheid post of kranten te vervoeren, maar het maakte tweemansbediening noodzakelijk. Het in- en uitstappen van de reizigers gebeurde door dubbele deuren in het midden van de wagen.

Object
Van al deze bussen zijn nog twee exemplaren overgebleven, één 'grote' Crossley, de (terugverbouwde) NS 1108 en de zich in slechte staat bevindende 'kleine Crossley', de WSM 2007. De WSM 2007 dankt zijn voortbestaan aan het feit dat hij niet zoals gebruikelijk in Utrecht werd gesloopt, maar is verkocht om te dienen als vakantiehuisje.

Object als erfgoed
Het was lange tijd onbekend dat er nog een kleine Crossley bestond, maar uiteindelijk werd de WSM 2007 in 1986 bij het vliegveld Teuge opgemerkt. Hij werd door de MUSA verworven en naar Amsterdam overgebracht.

De zeer slechte staat waarin hij verkeerde maakte het niet aanlokkelijk om aan het werk te beginnen en toen de MUSA in stallingsnood kwam kon er helemaal niet meer aan herstel worden gedacht. De wagen ging toen over naar het Haags Busmuseum dat de wagen stalde bij de SVA in Pijnacker, naast zijn soortgenoot de NS 1108. Restauratie wordt nu voorbereid (stand 2011).

Representatiewaarde

Schakelwaarde
Het object representeert het weer op gang komen van het landelijke vervoersnet (de spoorwegen) en het streekvervoer met normale middelen (na de noodbussen als bellewagens en vrachtauto's met noodopbouwen).

IJkwaarde
Het object staat model voor de meer dan 900 Crossley bussen die het vervoer in Nederland (na de noodbussen) weer op gang brachten.

Symboolwaarde
Het object symboliseert het weer op gang komen van het streekvervoer met normale middelen en het dichten van gaten in het spoorwegnet doordat vele bruggen vernield waren en herstel tijd vergde. Tevens symboliseert het object het weer opkomen van de vooroorlogse concurrentieverhoudingen: de spoorwegen en haar dochters enerzijds en de particuliere streekvervoerbedrijven anderzijds.

Zeldzaamheid
De WSM 2007 en de NS 1108 zijn, voor zover bekend, de enige overgebleven exemplaren van de meer dan 900 Crossley bussen die er ooit waren. Zij zijn unieke vertegenwoordigers van hun tijd en daarmee zeer zeldzaam. De representatiewaarde is dienovereenkomstig groot.

Staat van het object

Het object verkeert in deplorabele staat maar is, gezien zijn historische betekenis, een grote restauratie-inspanning zeker waard.

Ensemblewaarde

Niet van toepassing

Presentatiepotentieel

Het presentatiepotentieel is zeer hoog doordat de vormgeving duidelijk anders is dan van latere bussen.

Cultuurhistorische waarde

De Crossley's zijn in grote aantallen door het gehele land ingezet en waren daarmee beeldbepalend voor zowel het streekvervoer als het treinvervangend vervoer in de jaren na de oorlog. Zij symboliseren de wederopbouw van het streekvervoer.
Waardering doorCommissie
Opmerkingen
Authenticiteit
Status
Motivatie
Waardering doorCommissie
Opmerkingen
MCN - CIME
Sluiten en terug naar zoekresultaten NRME Home Mobiele Collectie Nederland