Nationaal Register Mobiel Erfgoed



REGISTER
Registernummer3.501.060
INLEIDING
 
 Foto: Kees de Vrije
ObjectaanduidingVolvo B57 - Jonckheere / Stadsbus Maastricht 32
Categorie/klasseAutobussen
Soort objectDieselbus
TypeStadsbus

Serie

29-38

Merk

Volvo

Model

Volvo B57-50

Uitvoering (1)

Jonckheere

Bouwjaar1968
Ontwerper(s)Chassis: Volvo
Carrosserie: Jonckheere
Producent(en)Chassis: Volvo (Zweden)
Carrosserie: Jonckheere (Roeselare, België)
Gebruiker(s)Stadsbus Maastricht (Gemeentebedrijven Maastricht)

Periode gebruik

van 1968 tot en met 1980

Regio gebruikGemeente Maastricht en omgeving
BESCHRIJVING
FunctiePersonenvervoer (stadsvervoer)
TechniekMotor: 6-cylinder dieselmotor
Versnellingsbak: handgeschakeld (vijf versnellingen)
Remsysteem: luchtdruk
Capaciteit: 30 zitplaatsen
BouwwijzeStalen chassis met aparte carrosserie, bestaande uit een metalen framewerk met metalen beplating.
VormMiddelgrote stadsbus met motor voorin, instapdeur voor de vooras en dubbele uitstapdeur voor de achteras. Carrosserie met enigszins hoekige vormen, volgens een toenmalig standaardmodel van Jonckheere.
Zitplaatsen op enkele banken (rechts) en dubbele banken (links), met ter hoogte van de uitstapdeur aan de linkerkant enkele banken.
Kleur: crème, met logo van Stadsbus Maastricht links- en rechtsvoor en met reclames op de achterzijde en op de dakrondingen.
GESCHIEDENIS
Geschiedenis"Oudste stad van Nederland" is een status die door verschillende steden wordt opgeëist. Zowel Maastricht, Nijmegen als Voorburg kunnen vanuit de Romeinse oudheid aanspraak maken op deze status, afhankelijk van welke definitie men toepast. Op basis van wetenschappelijk onderzoek naar dit vraagstuk heeft Nijmegen zichzelf in 2005 tot oudste stad van Nederland uitgeroepen. Al is Maastricht dus wellicht niet de oudste Nederlandse stad, ze kan wel aanspraak maken op het oudste gemeentelijke stadsbusbedrijf in ons land. Indien men het experiment van de Gemeentetram Amsterdam niet meetelt waarbij in 1908 enkele maanden een lijn werd geëxploiteerd met voormalige paardentramrijtuigen op een vrachtwagenchassis, kwam in de hoofdstad de eerste echte autobuslijn in 1922 in dienst. In Maastricht was dat echter al in 1919, want op 26 mei van dat jaar werd het Gemeente Autobussen Bedrijf opgericht. Dit onderdeel van de Gemeentebedrijven Maastricht nam de vanaf 1920 exploitatie op zich van de eerste stadsbuslijn, als opvolger van de paardenomnibus, de gastram en de paardentram, die de Limburgse hoofdstad tot respectievelijk 1896, 1902 en 1914 hadden bediend.

De eerste voertuigen waren drie elektrische bussen, waarbij het vermogen werd geleverd door accu's. Ze waren echter bepaald niet bedrijfszeker en de elektrische bus was in Maastricht dan ook geen succes. In 1921 volgden de eerste vijf benzinebussen (van het merk Renault) en deze bevielen wel. Sindsdien ontwikkelde de gemeentelijk stadsbusdienst zich gestaag tot een succesvol en populair bedrijf, met een steeds uitgebreider net van stadslijnen, dat ook uitlopers naar omliggende plaatsen als Borgharen, Itteren en Amby kende en zelfs internationale lijnen naar Vroenhoven en Tournebride in België.

Wat het busmaterieel betrof was het in de eerste dertig jaar een beetje een allegaartje. Na de al genoemde Renaults volgden Minerva's (waarvan sommige een Kromhout-motor kregen) en na de Tweede Wereldoorlog, toen bussen schaars waren, nam men zelfs een Praga en ook enkele voormalige Engelse Leyland enkel- en dubbeldekkers in dienst. Ook Bedfords, Fords schoolbussen en Ford trambussen hielpen het Maastrichtse busvervoer weer op weg. In 1949 volgde een serie van vijftien Kromhouts en in 1953 een serie van vier AEC's , alle met een opbouw van Verheul. Daarna koos het GABM echter (na langdurige onderzoekingen) consequent voor één merk: het Zweedse Volvo. In 1955 kwamen een eerste serie van twaalf Volvo's in dienst en vanaf die tijd waren bussen van dit merk en voorzien van een carrosserie van Verheul, de "standaard" voor Maastricht. Deze hegemonie werd doorbroken in 1968, toen de eerste serie van tien Volvo's (nummers 29-38) met een opbouw van de Belgische carrossier Jonckheere in dienst werd gesteld. Tot 1977 zouden Volvo/Jonckheere's het stadsvervoer in de Limburgse hoofdstad verzorgen, om in genoemd jaar te worden opgevolgd door (wel weer) Volvo's, maar nu met een CSA-1 standaard stadsbuscarrosserie van Hainje. Inmiddels was de naam van het bedrijf overigens gewijzigd in Stadsbus Maastricht. Sinds 1971 was dit de opvolger van het GABM, het Gemeentelijk Autobussen Bedrijf Maastricht.

De hierboven genoemde eerste serie stadsbussen met een opbouw van Jonckheere
(de 29-38) was nog erg conventioneel en eenvoudig van opzet, met de motor voorin naast de chauffeur. Iets dat in die tijd bij veel bedrijven overigens nog prima beviel. Bus 32, die toen nog niet kon bevroeden dat hij een veel langer leven zou krijgen dan zijn seriegenoten, werd op 16 maart 1968 bij de stadsdienst afgeleverd. Daarna verleende hij tot 1980 zijn diensten in en om Maastricht, waarna hij op 11 augustus van dat jaar vetrok bij naar z'n nieuwe thuis. Dat werd Amsterdam, want de bus was overgenomen door de MUSA, de Stichting Museum Streek en Stadsautobussen Amsterdam. In de MUSA-tijd werden aan deze bus heel wat herstel- en conserveringswerkzaamheden verricht, waardoor de Maastrichtenaar in een prima conditie bleef. Door omstandigheden zag de MUSA zich genoodzaakt haar collectie sterk in te krimpen, wat er toe leidde dat de Maastrichtse 32 begin 2011 werd overgenomen door de Stichting Veteraan Autobussen.
ILLUSTRATIES
Additioneel beeld 1
Seriegenoot 38 (foto collectie Kees van der Zwaard)
Additioneel beeld 2Niet ingevoerd
MEER INFORMATIE
Informatie bij/viaStichting Veteraan Autobussen
Bronnen* M. Wallast: Autobussen in Nederland (Rijswijk, 1987)
* P. Kennett: Volvo (World Trucks no. 7, Cambridge, 1979)
* C. Olsson: Volvo-Busse seit 1928 (Stuttgart, 2003)
* S. van Wingerden: 75 jaar Gemeentelijk Vervoerbedrijf Maastricht (in tijdschrift "Autobuskroniek", jaargang 1994, nr. 4)
* A.H. Jenniskens: Pak de bus - openbaar vervoer in Maastricht 1884-1994 (Maastricht, 1994)
* M.J.M. Put: Energiek Maastricht - anderhalve eeuw nutsvoorzieningen 1850-2000; hoofdstukken 6 en 7 (Maastricht, 2000)
* F. van der Spek: MUSA in beeld (Amsterdam, 2002)
Externe linksStichting Veteraan Autobussen
HUIDIGE EIGENDOM
Soort eigendomBehoudsorganisatie
Naam organisatieStichting Veteraan Autobussen (SVA)
WAARDESTELLING
Cultuurhistorische waarde
StatusB
MotivatieCulturele biografie

Historische context
In 1853 werd de spoorlijn van Maastricht naar Aken geopend, in 1856 gevolgd door de lijn naar Hasselt, in 1861 door de lijn naar Luik en in 1865 door de lijn naar Venlo. In tegenstelling tot de situatie bij veel historische steden werd het station niet tegen de oude stadskern aan geprojecteerd, maar op enige afstand daarvan ten oosten van de Maas terwijl Maastricht op de westoever ligt. Hiermee werd dus een vervoersprobleem geschapen.
Eerst werd hierin voorzien door de instelling van een paarden omnibus lijn. Het wegdek van de toenmalige wegen zal waarschijnlijk een matige kwaliteit hebben gehad zodat deze oplossing niet erg voldeed. Daarom werd in 1896 een twee kilometer lange stadstramlijn aangelegd die met motortractie (gasmotoren) werd geëxploiteerd. De motortractie stond echter nog in de kinderschoenen en in 1902 werd de dienst gestaakt. In 1903 werd de dienst weer opgevat, nu met paardentractie. In 1914 werd onder druk van de oorlogsdreiging de Maasbrug versperd en moest de dienst dus weer worden gestaakt. Na de oorlog (die Nederland niet bereikte) was de paardentractie op zijn retour. Mogelijkheden waren elektrische tractie en autobus exploitatie, men koos voor het laatste. Afgezien van een experiment in Amsterdam was Maastricht een van de eerste, zo niet de eerste stad in Nederland met een stadsbuslijn. In 1920 startte het in 1919 opgerichte Gemeente Autobussen Bedrijf haar eerste buslijn, waarmee Maastricht de eerste stad was met een gemeentelijk stadsbusbedrijf. Met het groeien van de stad nam ook het aantal buslijnen toe. In 1971 werd de naam van het bedrijf gewijzigd in Stadsbus Maastricht.

Type
De bus Stadsbus Maastricht 32 is een middelgrote bus van een conventioneel en sober type met een enkele instap voor de vooras, voorin staande motor, handgeschakelde versnellingsbak en dubbele uitstap voor de achteras. Het chassis werd geleverd door Volvo en de carrosserie door Jonckheere. Wie deze bus vergelijkt met de, een paar jaar eerder gelanceerde, standaard stadsbus ziet direct dat de SM 32 bij zijn komst al verouderd was.

Object
Het object deed vanaf 1968 dienst op de lijnen van Stadsbus Maastricht. Dit bedrijf bediende niet alleen de stad, maar ook omliggende dorpen en reikte zelfs tot in België.

Object als erfgoed
Na zijn pensionering in 1980 werd de bus verworven door de MUSA in Amsterdam. Hier werd veel aan onderhoud en conservering gedaan zodat de bus in goede conditie bleef. De collectioneur kwam echter in moeilijkheden waarna de bus in 2011 overging naar de Stichting Veteraan Autobussen.

Representatiewaarde

Schakelwaarde
Het object heeft een zekere schakelwaarde, het behoort tot de laatste leveringen stadsbussen met de motor voorin en een handgeschakelde versnellingsbak.

IJkwaarde
Het object heeft geen bijzondere ijkwaarde omdat slechts een gering aantal van dit type bussen in Nederland heeft gereden.

Symboolwaarde
Het object symboliseert geen speciale omstandigheid.

Zeldzaamheid

Het object heeft voor Maastricht een hoge representatiewaarde omdat er veel bussen van dit type in deze stad hebben gereden en deze bus, voor zover bekend, de enige overgebleven bus van Stadsbus Maastricht is.

Staat van het object

Het object is rijvaardig en presentabel (stand 2011).

Ensemblewaarde

Niet van toepassing.

Presentatiepotentieel

De Stadsbus Maastricht 32 is met zijn duidelijk verouderd uiterlijk, zijn bijzondere Maastrichtse kleurstelling (iets naar bruin neigend crème) en zijn verouderde plaatsing van de motor een object met een duidelijk presentatiepotentieel. Dit geldt met name voor de stad Maastricht.

Cultuurhistorische waarde

Gedurende vele jaren bestonden er 9 gemeentes met een eigen gemeentelijk vervoerbedrijf. Naast de vier grote steden waren dat Groningen, Arnhem, Nijmegen, Dordrecht en Maastricht. De laatstgenoemde bedrijven bestaan geen van alle meer, maar zijn opgegaan in grotere bedrijven. Van de kleinere stadsbedrijven zijn betrekkelijk weinig bussen overgebleven, van Maastricht voor zo ver bekend één.
De cultuur-historische waarde van de bus is vrij groot voor Maastricht en omgeving, daarbuiten echter gering. Een pluspunt is dat de bus laat zien dat er gemeentelijke vervoerbedrijven bestonden en dat er ook andere types bussen waren dan de bussen die tot de geijkte types behoorden.
Waardering doorCommissie
Opmerkingen
Authenticiteit
Status
Motivatie
Waardering doorCommissie
Opmerkingen
MCN - CIME
Sluiten en terug naar zoekresultaten NRME Home Mobiele Collectie Nederland