Nationaal Register Mobiel Erfgoed

DAF_B1600_-_Verheul_/_RTM_82



REGISTER
Registernummer3.505.002
INLEIDING
 
ObjectaanduidingDAF B1600 - Verheul / RTM 82
Categorie/klasseAutobussen
Soort objectDieselbus
TypeStreekbus
Serie RTM 81 - RTM 88
Merk: DAF.
Model/uitvoering; DAF B1600 DF533 / Verheul.
Bouwjaar1968
Ontwerper(s)Chassis: DAF (Eindhoven)
Carrosserie: Verheul.
Producent(en)Chassis: DAF (Eindhoven)
Carrosserie: Verheul.
Gebruiker(s)NV Rotterdamse Tramweg Maatschappij (RTM) Rotterdam/Zierikzee.
NV Streekvervoer Zuid-West Nederland (ZWN) Zierikzee.
Thans in handen van de Museum Stichting v/h Rotterdamse Tramweg Maatschappij (St. RTM) afdeling autobussen.

Periode gebruik

van 1968 tot en met 1981

Regio gebruikZuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden (met name de Hoekse Waard). Bus 82 is voornamelijk ingezet in de Hoekse Waard-Oost ten behoeve van de lijnen van/naar Dordrecht in verband met het pontveer ' s Gravendeel-Wieldrecht over de Dordtse Kil. Na opheffing van dit veer op 01 oktober 1977 is de bus in dezelfde omgeving nog dienst blijven doen ( vanaf 1978 voor ZWN Zierikzee) hoofzakelijk op genoemde lijnen. Standplaats van de bus was in eerste instantie stalling Strijen en incidenteel stalling Numansdorp, onder meer na onderhoud.
Opmerkingen inleidingKenteken ZJ-15-65.
BESCHRIJVING
FunctieFunctie: Personenvervoer(streekvervoer).
TechniekMotor: DAF-dieselmotor, type DF615 met een maximaal vermogen van 126 DIN-pk.
Versnellingsbak: handgeschakeld (vijf versnellingen)
Deurbediening: via een schakelaar op het dashboard.(luchtbediend)
Het object is voorzien van een standkachel van het merk Webasto.
BouwwijzeStalen chassis met aparte carrosserie, bestaande uit een metalen framewerk met Polyester beplating.
VormMiddelgrote frontstuur streekbus met een enkele in- en uitstap achter de vooras. Carrosserie volgens het toenmalige standaard streekbusmodel, zij het met een afwijkend front (vanwege de opstelling van de motor).
Zitplaatsen op twee rijen dubbele banken, alle vooruitrijdend. Meubels van het speciale, zgn. "Flamingo" type (kunststof kuipstoelen met twee kleuren zit- en rugkussens). Bagagevak naast de motor.
Kleuren: geel met brede grijze band aan de onderzijde en witte raampartij en dak. Donkerrode band onder de ramen, met daarin de bedrijfsnaam voluit in witte letters. Volgens de toenmalige RTM-traditie voorzien van een afbeelding en naam van een dier (vlinder), te weten: "Atalanta".
GESCHIEDENIS
Geschiedenis
[Samenvatting:] De resterende zeven bussen zijn na hun buitendienststelling geen van alle gesloopt. Hoeveel er inmiddels nog van resten is onbekend. In ieder geval bestaan de RTM 82 de RTM 87 en de RTM 88 nog. Naast de RTM 82 is ook de RTM 88 in bezit van de RTM. Deze zal dienen als onderdelen leverancier ten behoeve van de restauratie van de RTM 82. Bus 87 is in handen van Stichting RoMeO te Rotterdam. Deze bus is aldaar ook in restauratie.

Lees volledige tekst
Opmerkingen geschiedenisDe RTM is rij vaardig, de status is op dit moment 'landbouw voertuig". Maar het orginele kenteken wordt in ere hersteld.
ILLUSTRATIES
Additioneel beeld 1Niet ingevoerd
Additioneel beeld 2
Foto RTM bus foto archief
Opmerkingen illustratiesStichting RTM te Ouddorp, eigenaar van de RTM 82, zal naar verwachting een aanvang maken met de restauratie van de RTM 82. Nadat de RTM 82 weer teruggebracht is in originele staat, zal deze voornamelijk worden ingezet ten behoeve van museale en evenementen ritten.
MEER INFORMATIE
Informatie bij/viaInformatie over deze bus is verkrijgbaar via de St. RTM afd. Autobussen te Ouddorp.


Bronnen* M. Wallast:
- Autobussen in Nederland (Rijswijk, 1987)
- DAF van verleden tot heden (Hazerswoude, 1983)
- DAF trucks (Hazerswoude, 1990)
"Zo bouwt Verheul" (brochure ten behoeve van het personeel; eigen uitgave van N.V. Carrosseriebedrijf Verheul, z.j.)
"Opkomst en ondergang van Verheul" (krantenartikel in Rijn en Gouwe van 12 en 19 december 1992)
* P. van der Meer: De Gele Rijders, de standaardstreekbussen in Nederland, bouwjaar 1967-1988 (Alkmaar, 2004)
* De Nederlandse streekvervoerbedrijven met hun tramwegen en autobusdiensten alsmede hun toerwagenbedrijven (Amsterdam, 1956): pag.84
* A. Dijkers: De R.T.M. op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden (Leiden, 1971)
* RTM 1878-1953 (speciale uitgave van "De Tramkoerier"; periodiek van de RTM)
* S.O. de Raadt en B.C. van der Heiden: De autobussen van de RTM in de periode 1923-1940 (op internet gepubliceerd manuscript, 2001/2007)
* B.C. van der Heiden: RTM-autobussen op de eilanden, deel 1 en 2 (Klaaswaal, 1989)
* H. van 't Hoogerhuis: Het naoorlogse autobuspark van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (in tijdschrift "Autobuskroniek", jaargang 1966)
* J.J. Emmelkamp: Acht frontstuur-DAFs: RTM 81-88 (in tijdschrift "Autobuskroniek", jaargang 1990)
Externe linkswww.rtm-ouddorp.nl
HUIDIGE EIGENDOM
Soort eigendomBehoudsorganisatie
Naam organisatieMuseum Stichting v/h Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (St.RTM).
Opmerkingen eigendomDeze stichting heeft inmiddels een afdeling-Autobussen, waarbij verschillende vrijwilligers actief zijn.
Nadat de restauratie voltooid is, zal de bus worden ingezet voor museale ritten ten behoeve van de RTM te Ouddorp, alsmede voor verhuur t.b.v. bijzondere ritten, zoals jubileum en trouwritten, enz.

WAARDESTELLING
Cultuurhistorische waarde
StatusB
MotivatieCulturele biografie

►Historische context
De Rotterdamsche Tramweg Maatschappij ('de eilandentram') was het bedrijf dat vanouds het vervoer verzorgde tussen Rotterdam en de Zuid-Hollandse eilanden benevens het tot Zeeland behorende Schouwen-Duiveland en een klein stukje aangrenzend Noord-Brabant. De vervoersstromen tussen de eilanden werden door de veren en de twee grote bruggen in het gebied sterk gebundeld. Dit gegeven vormde de basis voor het ontstaan van de tramexploitatie. De stormramp van 1953 bracht echter verandering in dit beeld, zowel direct als indirect. Veel tramtrajecten werden weggespoeld of raakten anderszins beschadigd. De lijn die Schouwen-Duiveland bediende was dermate vernield dat meteen van herstel werd afgezien. De lijn op Goeree werd nog wel hersteld, maar werd in 1956 gesloten. Bussen namen het werk over.
De indirecte invloed van de stormramp was veel groter. Er werden dammen aangelegd tussen de eilanden en de vervoersstromen verlegden zich. Daarmee verloor de tram zijn aanvoer en dus zijn betekenis. In februari 1966 reed de laatste tram, tussen Spijkenisse en Hellevoetsluis. Daarmee was het doek over het verschijnsel 'plattelandstram' in Nederland definitief gevallen. De Hoekse Waard was door de tramlijn van Numansdorp Haven met zijn zijlijnen met Rotterdam verbonden, maar het oostelijk deel was meer op het veel nabijere Dordrecht gericht. Gedurende vele jaren onderhield het Dordtse vervoerbedrijf verbindingen met de Hoekse Waard via het veer bij 's Gravendeel. In 1969 ging ook dit vervoer over naar de RTM. Waar de wegverbindingen onderbroken bleven door waterwegen moesten veerponten veelal het daardoor ontstane probleem oplossen. Soms liepen buslijnen via zo'n oversteek. Vanwege de wisselende hellingshoek van de op-en afritten van de pont (afhankelijk van de waterstand) en de verticale bewegingen van de pont als gevolg van de belastingsverschillen tijdens het op- of afrijden vereiste dit vaak een speciale uitvoering van de betreffende bussen: een relatief grote wielbasis, een korte voor- en achteroverbouw en een grote bodemvrijheid, zeker in de nabijheid van vitale mechanische delen.
De situatie bij de RTM was niet uniek, ze kwam op meerdere plaatsen in Nederland voor en is karakteristiek voor een waterrijk land.
In 1977 gingen alle bedrijven in het zuid-westen van Nederland samen in 'Zuid-West Nederland'

►Type
Als uitgangspunt voor de speciale bussen werd een standaard DAF B1600 chassis gekozen, echter met een wielbasis van 5,55 m. (uit de vrachtwagencollectie) i.p.v.5,30 m. Bovendien was de achteroverbouw voorzien van glij-ijzers, mocht de grond toch geraakt worden. De motor stond voorin, naast de chauffeur. Het B 1600 chassis liet geen instap vóór de vooras toe, derhalve moest een gecombineerde in-/uitstapdeur direct achter de vooras worden geplaatst. De carrosserie is verder zoveel als mogelijk overeenkomstig het toenmalige standaard-streekbusmodel, zij het dat de bus een kort 'neusje' bezat vanwege de iets naar voren stekende motor met daarvóór geplaatste radiateur.

►Object
In de jaren 1968-1970 bestelde de RTM 8 wagens die speciaal voor routes over ponten geschikt waren, zij kregen de nrs. 81 - 88 en zij waren voorzien van vlindernamen. Zij deden dienst tot 1980/1981, behalve de 81 die door een ongeluk om het leven was gekomen. De overige zeven kregen na de buitendienststelling allemaal een nieuwe bestemming. Het is helaas onduidelijk hoeveel van deze bussen nog bestaan en welke van de bewaard gebleven bussen de beste representant is.

►Object als erfgoed
Het is een goede zaak dat er bussen bewaard zijn gebleven waarvan het ontwerp was aangepast aan de eisen die het gebruik van veerponten stelt. De RTM 82 maakte de overgang naar ZWN mee, waarbij het wagenparknummer 6076 werd. In 1981 was de verkoop naar Oostburg, waarna ombouw tot camper en later tot carnavalswagen volgden. Uiteindelijk werd Museum Stichting v/h Rotterdamsche Tramweg Maatschappij de nieuwe eigenaar, die plannen heeft om de wagen in oorspronkelijke RTM-outfit te restaureren.


Representatiewaarde

►Schakelwaarde
De bus zelf heeft geen speciale schakelwaarde, hij is een doelgericht ontwerp en geen schakel in de busontwikkeling. Wel heeft het type verbinding een vervoerskundige schakelwaarde. Van 'bus of tram brengt de reizigers naar de pont' via 'de bus gaat met de pont mee' naar 'de bus rijdt via een vaste oeververbinding naar de andere kant'.

►IJkwaarde
Het object heeft geen bijzondere ijkwaarde.

►Symboolwaarde
Het object symboliseert de problemen die de Nederlandse samenleving in het algemeen, en de busbedrijven in het bijzonder, hadden met het oversteken van de vele waterlopen die het land doorsnijden.


Zeldzaamheid

De resterende zeven bussen zijn na hun buitendienststelling geen van alle gesloopt. Hoeveel er inmiddels nog van resten is onbekend. In ieder geval bestaat ook de 87 nog. Die wagen is in restauratie bij de werkgroep Rotterdam van S.V.A.

Staat van het object

Het object gaat in restauratie en is daardoor niet als autobus rijvaardig, noch presentabel (stand begin 2013).

Ensemblewaarde

Niet van toepassing.

Documentatie en kennis

Geen opmerkingen.

Presentatiepotentieel

Het object bezit een beperkt, maar wel bijzonder presentatiepotentieel: het gebruik van veerponten door bussen en de problemen die daar bij optreden.

Cultuur-historische waarde

Het object is aangepast aan de eisen die het gebruik van een veerpont stelde. Dit heeft zich vaker in Nederland voorgedaan. Daarmee heeft de bus zelf een zekere cultuur-historische waarde (als voertuig) en hij heeft een cultuur-historische waarde als representant van de busverbindingen die over veerponten werden geleid. Ondanks de geringe omvang van het verschijnsel wordt toch, evenals dat het geval was bij de RTM 87, een wat hogere waardering toegekend omdat het zo karakteristiek is voor landschappen met brede waterwegen. Als de resultaten van beide restauraties bekend is, zal één van beide, vooralsnog identieke objecten, wellicht een stapje moeten degraderen.
Waardering doorCommissie
Opmerkingen
Authenticiteit
StatusB
Motivatie
Waardering doorCommissie
Opmerkingen
MCN - CIME
Sluiten en terug naar zoekresultaten NRME Home Mobiele Collectie Nederland