Nationaal Register Mobiel Erfgoed

DAF TB160 - Verheul / TET 38



REGISTER
Registernummer3.500.003
INLEIDING
 
 Foto: Collectie Stichting Historische TET bus
ObjectaanduidingDAF TB160 - Verheul / TET 38
Categorie/klasseAutobussen
Soort objectDieselbus
TypeStadsbus

Serie

34-38

Merk

DAF

Model

DAF TB160DD470

Uitvoering (1)

Verheul

Bouwjaar1967
Ontwerper(s)Chassis: DAF
Carrosserie: Verheul
Producent(en)Chassis: DAF (Eindhoven)
Carrosserie: Verheul (Waddinxveen)
Gebruiker(s)NV De Twentsche Electrische Tramwegmaatschappij (TET), Enschede

Periode gebruik

van 1967 tot en met 1981

Regio gebruikTwente (stadsdiensten en secundaire streeklijnen)
Opmerkingen inleidingKenteken: AB-64-27
BESCHRIJVING
FunctiePersonenvervoer (stads- en streekvervoer)
TechniekMotor: 6-cylinder dieselmotor
Versnellingsbak: handgeschakeld (vijf versnellingen)
Remsysteem: luchtdruk
Capaciteit: 33 zitplaatsen
BouwwijzeStalen chassis met aparte carrosserie, bestaande uit een metalen framewerk met polyester beplating
VormMiddelgroot type stadsbus, met motor voorin, instap voor de vooras en middenuitstap. Carrosserie volgens een toenmalig standaardmodel van Verheul, met karakteristieke voorruitconstructie. Zitplaatsen op een rij enkele banken aan de rechter- en een rij dubbele banken aan de linkerzijde. Boven de voor- en achteras in dos-à;-dos opstelling. Kleuren: donkerrood met lichtgrijze baan aan de onderzijde en lichtgrijze raampartij en dak. Bedrijfsnaam en afbeelding van het "Twentse ros" op de zijkanten en achterkant.
GESCHIEDENIS
GeschiedenisBij veel busbedrijven verraadt de naam dat de oorsprong van het bedrijf gelegen is bij de tram. Zo ook bij de in Enschede gevestigde TET, voluit de N.V. De Twentsche Electrische Tramwegmaatschappij. Deze onderneming werd opgericht in 1904 met als doel het tot stand brengen van een tramverbinding tussen Enschede en het aan de grens met Duitsland gelegen Glanerbrug. Op 4 juli 1908 werd deze lijn geopend en gedurende een kleine 25 jaar exploiteerde de TET de verbinding met elektrische trams. Op 28 februari 1933 reed de laatste tram en daarna nam de autobus het vervoer over. Maar al eerder had de bus zijn intrede gedaan bij de TET, want sinds 1923 exploiteerde men met dit moderne vervoermiddel een stadsdienst in Enschede. En van 1925 tot 1928 reed een TET-bus in aansluiting op de tram tussen Glanerbrug, Gronau en Epe; geheel op Duits gebied dus.

In 1929 werd de TET een echt busbedrijf, want in dat jaar werden van enkele particuliere busbedrijven de vergunningen voor diverse lijnen vanuit Enschede overgenomen. Dit vormde de basis voor een gestaag groeiend net van buslijnen in Twente en noordoost Overijssel. In de loop der jaren werden daarbij verschillende bedrijven overgenomen respectievelijk geïntegreerd in de TET, waardoor het bedrijf uitgegroeide tot een middelgroot streekvervoerbedrijf. De aandelen van de NV waren in de loop der tijd in handen gekomen van de provincie Overijssel en van een groot aantal gemeenten. Mede hierdoor bleef de TET lange tijd zelfstandig, in een tijd dat veel streekvervoerders dochterondernemingen van de NS waren geworden. Door een grote fusiegolf in het streekvervoer in de jaren negentig, verdween toch echter ook de meer dan negentig jaar oude naam TET. Per 1 januari 1997 gingen de TET en de Gelderse vervoermaatschappij (GVM) samen verder onder de naam Oostnet. Dit was echter van korte duur, want in mei 1999 ging het Twentse deel van Oostnet op in het vervoerbedrijf Connexxion.

Zoals al genoemd was de TET niet alleen streek, maar ook stadsvervoerder. Vanaf 1923 verzorgde het bedrijf stadsdiensten in Enschede, die in de Tweede Wereldoorlog, net als alle andere busdiensten, op den duur moesten worden gestaakt. Na de oorlog kon de stadsdienst weer worden hervat en wel op een grotere schaal. In 1947 opende de TET stadsdiensten in de drie grootste Twentse steden, Enschede, Hengelo en Almelo. Die in Hengelo werd vervolgens vanaf 1957 geëxploiteerd door een particulier bedrijf, namelijk de Reiscentrale "Twente" (RCT), later ondergebracht in de "HADO Hengelo NV", maar keerde in 1977 weer terug bij de TET.

Voor de diverse stadsdiensten schafte de TET aparte bussen aan. Zo werd in 1947 begonnen met een serie zogenoemde Ford "schoolbussen" en later kwamen hiervoor met name bussen van de merken Scania-Vabis en DAF in dienst. Toen de uit 1955 daterende serie 34-38 (Scania-Vabis/Den Oudsten) aan vervanging toe was, werd deze in 1967 vervangen door een eveneens als 34 tot en met 38 genummerde serie DAF-bussen, met een opbouw van Verheul. Met hun lengte van 10 meter waren ze korter dan de gebruikelijke (streek)bussen. Technisch gezien waren de bussen niet hypermodern, maar wel van een beproefd en degelijk type. Terwijl de stadsbussen in de grote steden al sinds medio jaren vijftig waren voorzien van underfloor motoren en van een semi-automatisch bediende versnellingsbak, hadden deze nieuwe stadsbussen van de TET nog de voorin geplaatste motor en een handgeschakelde versnellingsbak. Ondanks dit alles voldeden ze uitstekend, waarbij ze behalve op de stadslijnen, incidenteel ook werden ingezet op de zwakkere, secundaire streeklijnen van de TET, zoals die naar Buurse of Boekelo.

Ook voor deze serie kwamen er echter vervangers en wel in 1980 met de nieuwe Volvo/Hainje-stadsbussen, genummerd 32-40. Om doublures in de nummering te voorkomen, kregen de nog aanwezige DAF/Verheul-bussen een "1" voor het wagenparknummer. Zo reed de op 3 juni 1967 afgeleverde bus 38, die nu museumbus is geworden, dus nog enige tijd rond onder het nummer 138. Gedurende de tweede helft van zijn carrière was de bus nog af en toe in gebruik als leswagen, want in 1975 was hij voorzien van een tweede voetrempedaal. Nadat zijn dienst bij de TET er op zat, vertrok de bus naar Amsterdam, want op 8 juni 1982 nam de MUSA, de Stichting Museum Streek- en Stadsautobussen Amsterdam, de bus over. Tot begin 1987 was de DAF regelmatig te zien in en rond de hoofdstad. Daarna kwam hij buiten dienst te staan in de voormalige GVB-garage Oost, de thuisbasis van de MUSA. Toen deze stalling op een gegeven moment moest worden ontruimd kwam hij terecht in een opslagloods in Amsterdam Noord. Daar werd hij gezelschap gehouden door andere MUSA-bussen en door historische trams en reinigingsvoertuigen.

Eind 2010/begin 2011 moest ook deze opslagloods worden ontruimd en werd voor de aldaar opgeslagen MUSA-bussen een nieuw tehuis gezocht. Dit resulteerde er in dat de TET-38 weer terugging naar het gebied waar hij altijd dienst had gedaan, om aldaar onder de hoede van een groep enthousiaste vrijwilligers te komen, die als doel hebben deze bus te restaureren en voor worden het nageslacht te bewaren. Zo vetrok de 38 in april 2011 per dieplader naar Enschede, waar hij een plekje kon krijgen in de werkplaats van Connexxion. Hier gingen de nieuwe eigenaren voortvarend aan de slag, met als resultaat een fraai gerestaureerde en inzetbare bus. Met het bekende Twentse Ros op de flanken is het een trotse vertegenwoordiger van een ooit vermaard busbedrijf.
ILLUSTRATIES
Additioneel beeld 1
Seriegenoot 36 (foto collectie Gerrit Gunnink)
Additioneel beeld 2Niet ingevoerd
MEER INFORMATIE
Informatie bij/viaStichting Historische TET bus
Bronnen* M. Wallast:
- Autobussen in Nederland (Rijswijk, 1987)
- DAF ... van verleden tot heden ... (Hazerswoude, 1983)
- DAF trucks (Hazerswoude, 1990).
* K. Jassies: Veertig jaren T.E.T. (Enschede, z.j.)
* A. Ligtenbarg: Langs Weg & Rail - Streekvervoer in Oost-Nederland (Winterswijk 2008).
* De Nederlandsche Tramwegen met hun Autotransportdiensten (Amsterdam, 1941): pag. 213.
* De Nederlandse streekvervoerbedrijven met hun tramwegen en autobusdiensten alsmede hun toerwagenbedrijven (Amsterdam, 1956): pag. 195.
* Over het busbedrijf van de TET is regelmatig gepubliceerd in de tijdschriften "Streek- en Stadsvervoer" en "Autobuskroniek".
Externe linksStichting Historische TET bus
HUIDIGE EIGENDOM
Soort eigendomBehoudsorganisatie
Naam organisatieStichting Historische TET bus
WAARDESTELLING
Cultuurhistorische waarde
StatusB
MotivatieCulturele biografie

Historische context
De Twentsche Electrische Tramweg-Maatschappij was het kleinste elektrische trambedrijf van Nederland, enkele bijzondere gevallen daargelaten. Het bezat één lijn, van Enschede naar Glanerbrug grens, met een lengte van 7,4 km. Daarop deden 9 motorwagens en 6 bijwagens dienst. De exploitatie begon op 4 juli 1908 en eindigde kort voordat de tramlijn 25 jaar zou bestaan, op 28 februari 1933.
In 1908 was de keuze voor een tramlijn wellicht begrijpelijk, want wegvervoermiddelen waren er praktisch nog niet. Maar al spoedig maakte de veel flexibelere autobus een grote opgang terwijl bleek dat het bedrijf te klein was om de lasten van de vaste infrastructuur te kunnen dragen. Men stapte dus over op autobusexploitatie. Er kwamen meer lijnen en er werden andere bedrijven overgenomen. In 1997 is de TET overgenomen door Verenigd Streekvervoer Nederland (VSN) en samengevoegd met de Gelderse Vervoer Maarschappij (GVM) tot Oostnet. Dit laatste bedrijf ging in 1999 op zijn beurt (behalve het Achterhoekse deel dat Syntus werd) over naar Connexxion.

Type
De TET 38 was een middelgrote stadsbus (10 meter) met de motor voorin, handgeschakelde versnellingsbak en instap vóór de vooras. Dit type werd ook wel op de zwakkere interlokale lijnen ingezet. In 1967 was het al gebruikelijk dat bussen underfloormotoren bezaten en semi-automatisch bediende versnellingsbakken, maar de bussen van de serie 34 - 38 voldeden toch goed. De carrosserie was van het toen gebruikelijke model van Verheul, met de daarbij behorende karakteristieke voorruitconstructie.

Object
Het object is geleverd op 3 juni 1967 en deed voornamelijk dienst op de diverse stadslijnen van de TET. Later werd een tweede rempedaal ingebouwd waardoor de wagen ook als leswagen kon worden gebruikt. Deze voorziening deed hem zijn seriegenoten overleven, maar in 1981 kwam toch ook een eind aan zijn werkzame bestaan.

Object als erfgoed
In 1982 werd de wagen verworven door de museumorganisatie Musa in Amsterdam. In 1987 kwam hij buiten dienst te staan. Nadat deze organisatie in de problemen was geraakt kwamen haar bezittingen in tijdelijke behuizingen terecht. In 2011 werd de wagen verworven door de "Stichting Historische TET bus" en ging hij terug naar Twente waar hij in de werkplaats van Connexxion in Enschede werd gerestaureerd.

Representatiewaarde

Schakelwaarde
De TET 38 bezit enige schakelwaarde omdat hij tot de laatste leveringen stadsbussen behoort die de motor nog voorin hadden staan en een handgeschakelde versnellingsbak bezaten. Nadelen die bij stadsbussen het zwaarst wegen. Bij streek- en toerbussen zijn deze elementen langer blijven bestaan.

IJkwaarde
De TET 38 bezit enige ijkwaarde omdat de waarde van gelijksoortige bussen er aan kan worden afgemeten, maar ook die andere bussen kunnen als ijkpunt worden gebruikt.

Symboolwaarde
De TET 38 is niet verbonden aan een historische persoon of gebeurtenis en heeft daarmee geen symboolwaarde.

Zeldzaamheid

Er bestaan nog meerdere bussen met een TB 160 chassis van DAF en een karakteristieke carrosserie van Verheul. De TET 38 is dus niet zeldzaam.

Staat van het object

Het object is fraai gerestaureerd en inzetbaar (stand 2013).

Ensemblewaarde

Niet van toepassing.

Presentatiepotentieel

Het presentatiepotentieel van de TET 38 is -zeker in Twente- vrij hoog om de volgende redenen:
- de, zo ver bekend, enige overgebleven bus van een gerenommeerd tram- en busbedrijf dat al in 1908 zijn eerste lijn opende
- fraai gerestaureerd
- het Twentse Ros op de zijkant
- motor voorin
- handgeschakelde versnellingsbak
- karakteristieke Verheul-kop

Cultuur-historische waarde

De cultuur-historische waarde van de TET 38 is, vooral voor Twente, van vrij groot belang. Hij representeert een inmiddels verdwenen, maar indertijd belangrijk Twents vervoerbedrijf. Daarnaast laat de bus zien hoe lang nog een tamelijk technisch-verouderd type bus werd gebruikt dat zo anders is dan de latere generaties.
De wagen is -voor zover bekend- de enige overgebleven vertegenwoordiger van (bijna) soortgelijke wagens van de stadsdiensten van de NTM (Leeuwarden) en de Zuidooster (Venlo). Het ging daarbij om kleine aantallen.
De cultuur-historische waarde is niet van bijzondere hoogte, maar gaat toch uit boven het laagste niveau, vandaar: waardering B.
Waardering doorCommissie
Opmerkingen
Authenticiteit
Status
Motivatie
Waardering doorCommissie
Opmerkingen
MCN - CIME
Sluiten en terug naar zoekresultaten NRME Home Mobiele Collectie Nederland