INLEIDING |
| |
Objectaanduiding | RET 1008 |
Categorie/klasse | Lokale tram |
Soort object | Personenrijtuig |
Type | gar4 (emr4) (reco 1001 - 1020) / 401 - 570 |
Bouwjaar | 1931 |
Ontwerper(s) | |
Producent(en) | Werkspoor NV Zuilen NL |
Gebruiker(s) | Rotterdamse Elektrische Tram |
Periode oorspronkelijk gebruik | |
Regio oorspronkelijk gebruik | Rotterdam |
Geschiedenis | Nadat de gemeente in 1927 de exploitatie van het tramnet van de RETM had overgenomen, werden er meteen grootse plannen gesmeed. Om deze te kunnen verwezenlijken was een aanvulling op het bestaande materieel een eerste vereiste. Teneinde hierover zo snel mogelijk te kunnen beschikken, werd de eerste bestelling van zeventig rijtuigen over maar liefst vier fabrieken verdeeld. Omdat men op korte termijn ook al over passende aanhangrijtuigen wilde beschikken, werd besloten om de laatste twintig motorrijtuigen in eerste instantie als aanhangrijtuig in dienst te stellen. Aldus verschenen in 1929 de motorrijtuigen 401-450 en de aanhangrijtuigen 1001-1020 op het toneel. Het laat zich raden, dat de nieuwe aanhangrijtuigen nauwelijks te onderscheiden waren van de motorwagens, die hen voorttrokken.
Niet veel later zouden nog honderd motorrijtuigen en twintig aanhangrijtuigen worden besteld. Toen dit materieel werd afgeleverd, werden de twintig tijdelijke bijwagens uit 1929 alsnog tot motorrijtuigen omgebouwd en konden de definitieve 1001-1020 hun opwachting maken. Deze laatste weken van de eerste serie af doordat zij andere onderstellen hadden en de dienstdeuren bij de kop van het rijtuig moesten missen.
Bijna 35 jaar lang hebben de 1001-1020 een fraaie combinatie gevormd met de in 1931 afgeleverde motorrijtuigen, die hiertoe van sterkere motoren waren voorzien dan de wagens van de eerste serie. Omdat in de oorlog door de bezetter twintig procent van iedere wagenserie werd opgeëist, stond er voor de 1001-1004 nog een onvrijwillig verblijf in Bremen op de rol.
Toen in 1965 het dubbelgelede Düwag-materieel werd afgeleverd, raakte hun rol echter snel uitgespeeld en verdwenen zij vrijwel meteen naar de sloper. Ongelukkigerwijze gebeurde dit juist voor het moment, waarop de diverse museumorganisaties min of meer vaste grond onder de voeten begonnen te krijgen.
Het laat zich raden, dat het gemis aan een origineel vierassig aanhangrijtuig zich later alsnog stevig heeft doen voelen. Uiteindelijk besloot men daarom een replica van een bijwagen uit de eerste serie te bouwen op basis van een nog aanwezig motorrijtuig uit 1931, die de RET nog enige tijd als zoutwagentrekker had aangehouden. De aldus tot leven gewekte 1008 kwam in 1980 gereed en sinds die tijd kunnen we weer over een volledig tramstel uit de beginjaren van de RET beschikken. |
Opmerkingen inleiding | terugverbouwd uit een vierassige motorwagen die oorspronkelijk het nummer 530 had, nadien was voorzien van het werkwagennummer 2519 |
BESCHRIJVING OBJECT |
Functie | |
Techniek | |
Bouwwijze | |
Vorm | Uiterlijke kenmerken: Aanhangrijtuig op twee draaistellen met elk twee assen. Het rijtuig heeft een middenbalkon |
Opmerkingen beschrijving | |
WAARDERING OBJECT |
Cultuurhistorische waarde |
Status | |
Motivatie | Aangehouden bij gebrek aan informatie.
Het betreft waarschijnlijk een tot aanhangrijtuig verbouwd motorrijtuig of een reconstructie (ex emr RET 530). |
Waardering door | Beoordelingscommissie Nationaal
Register Railmonumenten |
Opmerkingen | |
Authenticiteit |
Status | |
Motivatie | De informatie over dit object is afkomstig uit het Nationaal Register Railmonumenten. Binnen dit register wordt (nog) niet structureel op authenticiteit beoordeeld. |
Waardering door | Beoordelingscommissie Nationaal
Register Railmonumenten |
Opmerkingen | |
HUIDIGE EIGENDOM |
Eigenaar/beheerder | Museum/instelling |
Collectie | Tramweg-Stichting, beheer RoMeO |
Opmerkingen eigendom | |
ILLUSTRATIES |
Historische toestand | Niet ingevoerd |
Streeftoestand | Niet ingevoerd |
Opmerkingen illustraties | |
INFORMATIE OBJECT |
Registernummer | 2.000.0559 |
Meer informatie bij/via | |
Opmerkingen informatie | |